Jonathan Maas
INTERVIEW
Vrijheid is altijd begrensd

Terreur in de straten van Parijs begin dit jaar. Aanslagen die volgens André Platteel plaatsvinden doordat mensen zichzelf dagelijks terroriseren, en niet zozeer anderen. ‘Door te denken dat we niet goed genoeg zijn, ondermijnen we voortdurend onze eigen kracht.’

Het is begin januari en de westerse wereld is zojuist opgeschrikt door de terroristische aanslag op het Franse tijdschrift Charlie Hebdo. Jihadisten die in onze Europese straten met Kalasjnikovs lopen te zwaaien en op politieagenten en tekenaars schieten omdat de vrijheid van meningsuiting hen niet bevalt: terreur komt angstig dichtbij, ons vrije leven ligt onder druk. ‘Je suis Charlie’ wordt het gevlegelde voor iedereen die zich hard maakt VOOR de vrijheid van meningsuiting en TEGEN terreur. André Platteel schrijft daags na het hele gebeuren op zijn Facebookpagina: ‘Ik heb Charlie nooit gekend.’

Terwijl schrijver dezes bij de manifestatie op de Dam staat, drinkt Platteel, oprichter van Your Lab, thee met een vriend. In stilte. ‘Tijdens het verstilde drinken zag ik dat ik zelf een terrorist ben’, schrijft Platteel. ‘Misschien hebben we terroristen nodig om onszelf vrij te pleiten, om te kunnen blijven wijzen naar ‘zij’, zodat we niet naar binnen hoeven te gaan om te onderzoeken hoe we onszelf en daarmee anderen geweld aandoen. Zodat we vast kunnen blijven houden aan het imago dat we onszelf als harnas hebben aangemeten. Het harnas van het superieure (westerse) ideaal met al zijn vrijheden en verworvenheden.’

Een paar weken later zitten Platteel en ik in het Vondelpark, wederom met thee. Identificeert Platteel zich met terroristen? Wil hij af van de vrijheid van meningsuiting? Wat bedoelt Platteel toch met zijn opmerkingen? ‘We hebben allemaal een terrorist in ons’, werpt Platteel op. ‘Door onszelf te bekritiseren. Door ervan overtuigd te zijn dat we niet voldoen, dat we niet knap en interessant genoeg zijn. Daardoor ondermijnen we voortdurend onze eigen kracht en storten we ons vaak als een vampier op anderen om ons een beetje goed te voelen.’

"We zijn allemaal in zekere mate terroristen. We bekritiseren onszelf en projecteren die zelf-afwijzing voortdurend op anderen. We beschuldigen anderen omdat we niet met onze eigen woede en frustratie kunnen omgaan."

Platteel startte in 2008 Your Lab, een meerdaags programma dat deelnemers competenties als inlevingsvermogen, interesse, openheid en integriteit laat ontwikkelen; toen vooral voor jongeren, inmiddels zijn er trajecten voor diverse leeftijdscategorieën. Wat zou Platteel hebben gedaan als de terreurbroers Kouachi, daders van de aanslag op Charlie Hebdo, zich hadden ingeschreven voor Your Lab, als laatste redmiddel voordat ze zich op de jihad zouden storten? Het geweld van geradicaliseerde jonge mensen als de Kouachi-broers is een vluchtstrategie, stelt Platteel. ‘Ze voelen zich dusdanig buitengesloten dat ze zich maar opblazen. Letterlijk. Cynisch gesteld lijkt het een beetje op The voice: ze laten hun stem horen aan mensen die hen de rug hebben toegekeerd. Alleen door je zo hard op te blazen, keert de wereld zijn stoel naar je toe. Het is The voice of terrorism. Je kunt terreurbroers als Kouachi maar op één manier helen en dat is door hen te laten ervaren dat hun gemis en minderwaardigheidsgevoel een illusie is, voortkomend uit een vervormd zelfbeeld. Door afwijzingen en het ontbreken van onvoorwaardelijke liefde in de vroege jeugd ontstaan angsten en aversies die tot geweld leiden. Als je dat eenmaal doorziet, kun je je zelf helen.’

In de meest ideale situatie groeien we op met onvoorwaardelijke liefde, in een omgeving waarin we erkend, gezien en geïnspireerd worden en kracht krijgen, schetst Platteel het plaatje. Of het nu binnen de gezinsstructuur is of binnen de cultuur waarin we opgroeien. ‘Maar er zit altijd een vervorming in’, weet ook Platteel. ‘Onze ouders, hoe goed ze het ook bedoelen, zijn ook niet onder die ideale omstandigheid groot geworden. Wij groeien weer op met hun trauma’s. Door al die vervormingen zijn we een gedrag gaan ontwikkelen waarbij we toch op zoek zijn gegaan naar die ontbeerde kracht en erkenning, middels een construct dat niet je werkelijke zelf weergeeft.’ Klinkt abstract, maar Platteel doelt hier op houdingen, imago’s en poses waarmee we onszelf afschermen. De een wordt cynisch, de ander agressief – en zo hebben we allemaal een strategie om ons maar niet al te kwetsbaar te hoeven betonen, terwijl we dat diep van binnen wel zijn.

Ook deelnemers van Your Lab neigen naar geweld, weet Platteel – daar hoef je niet per se een jihadist voor te zijn. Zo was er laatst een manisch-depressieve man die zijn vrouw toetakelde. En een jongen die super agressief was omdat zijn vader hem vroeger erg vernederd had. Hij wilde sterker worden dan zijn vader. Waarom? – daar kwam Platteel achter toen hij met de jongen terugging naar die tijd. ‘“Wat wilde je met je vader doen toen je je door hem vernederd voelde?” vroeg ik hem’, verhaalt Platteel. ‘“Ik wilde hem slaan”, antwoorde de jongen. “Hoe dan?” “Met een stoeptegel.” “Oké, visualiseer maar dat je een stoeptegel oppakt, en maak dan langzaam de beweging die je toen wilde maken.” Dat deed ‘ie, centimeter voor centimeter de beweging afmaken die hij toen niet durfde te maken. Zijn zenuwstelsel ontlaadde. Jongen eerst trillen, daarna janken. Alles kwam eruit.’

"Er bestaat geen vrijheid van meningsuiting. Met het geven van een mening neem je positie in en die is per definitie niet vrij. We zouden ons moeten bevrijden van de gedachte dat er vrijheid van meningsuiting is."

Somatic experience heet dat, een vast onderdeel van het Your Lab-programma. Daarbij wordt het lichaam hersteld van overweldigende ervaringen uit het verre- of recente verleden, trauma’s die zich lichamelijk uiten door bijvoorbeeld buikpijn. Platteel verhaalt van een Your Lab-deelnemer uit het Midden-Oosten. Homoseksueel; een groot probleem binnen de cultuur waarin hij is opgegroeid. Vertelt ‘ie zijn ouders, dan wordt dat niet geaccepteerd. De jongen hoopte dat zijn verlangen naar mannen over zou gaan. Iedere keer wanneer hij zijn moeder bezocht, kromp zijn maag ineen. Platteel: ‘Je wilt je verbinden met je cultuur maar ook met je eigen autonomie – een duivels dilemma. Hoe ga je om met externe druk terwijl je jezelf wilt zijn? We zijn met hem gaan werken aan zelfacceptatie, om van binnen helemaal vrij te zijn. Pas daarna kun je bepalen of je een façade wilt ophouden of niet; want mocht je daartoe besluiten weet je het doel, waarom je het doet. Bij Your Lab komt naar boven hoe een eerder gemis tot vervormd gedrag heeft geleid, wat voor strategie je hebt ontwikkeld om te krijgen wat er ontbrak, hoe je identiteit daardoor is gevormd en hoe dat beknelt.’

Want beknellen doet het. Dat doet het bij de homo die zijn geaardheid niet accepteert, bij de jihadist die zich buitengesloten voelt, maar ook bij alle jongeren die met een burn-out rondlopen door druk van de buitenwereld waaraan ze niet kunnen voldoen. Platteel: ‘Het in stand houden van de pose die je hebt aangemeten om niet kwetsbaar te hoeven zijn, werkt niet meer. Dat maakt je lichaam duidelijk. Het lijkt mede door toedoen van sociale media heftiger te worden: de druk om je positie te bepalen en een pose op te houden wordt steeds groter. Maar daaronder zit een verlangen naar een oprechte manier van communiceren. Als ik naar mezelf kijk: op de achterkant van mijn boek staat ook een mooie foto in de traditie van een denker en een intellectueel schrijver. Je schrijft jezelf in een bepaalde taal, om jezelf context te geven. Dat is spielerij. Een pose ophouden en jezelf opblazen voor de buitenwereld is misschien leuk, maar daaronder zit kwetsbaarheid. Veel jonge mensen hebben helaas niet meer door dat het spielerij is. Gelukkig zoeken Your Lab-deelnemers een omgeving op om die pose te doorbreken. Ik denk dat naarmate de druk om een imago aan te meten toeneemt, mensen eerder bereid zijn om daartegen in het verzet te komen. We worden ons jonger en sneller bewust dat we het construct niet kunnen volhouden. Hoe kunnen we met elkaar leven in een structuur die open is, waar we elkaars kwetsbaarheden kunnen aanstippen en daarbij inzien dat we allemaal vanuit een vluchtstrategie reageren? Daar ligt de uitdaging en de oplossing. Dan ontstaat er empathie.’

Terug naar de broers Kouachi. Veel drama begint met het idee dat we los staan van de wereld, is Platteel’s overtuiging. ‘Terrorisme is geen extern gegeven. We moeten inzien dat we anderen vernederen wanneer we onze eigen wereld of overtuiging superieur achten. Als iemand zich vernederd voelt, gaat ‘ie terugslaan. Kijk, de vrijheid van meningsuiting is voor jou net zo heilig als dat de profeet Mohammed voor een moslim is. Het westen doet heel superieur over haar verworvenheden. Maar het is nog maar de vraag of een mening vrij kan zijn. Want een mening poneert een positie, splitst op en polariseert. Het geeft hiërarchie: mijn mening is sterker of krachtiger dan de jouwe. We denken dat vrijheid in onze kop zit, maar het zit in hoe we ons tot andere relateren. Er zijn maar weinig meningen die uitnodigen tot een dialoog. Kunnen we niet op de Dam gaan staan om de mening te bevrijden en inzien dat elke mening een tijdelijk construct is om onszelf veilig te voelen maar niets zegt over de realiteit? Ik pleit voor de vrijheid voor dialoog. Vrijheid voor meningsuiting is eigenlijk vrijheid op agressie, want de cartoonisten van Charlie Hebdo mogen alles zeggen maar beledigen ondertussen voortdurend en wekken agressie op. Iedereen wil geliefd en erkend worden, niemand wil beledigd worden. Bij Your Lab doen we ook intense stiltesessies, je zou het een radicale vorm van meditatie kunnen noemen. Je ervaart dan in elke cel van je lijf dat je verbonden bent met anderen - dat wordt een eenheidservaring genoemd. Als je dat eenmaal hebt ervaren, verandert je gedrag. Je beseft dat als je geweld gebruikt, dit geweld eigenlijk tegen jezelf is gekeerd. Geweld komt dan gewoonweg niet meer in je op.’

Ik laat Platteels opmerkingen op me inwerken. Dat de vrijheid van mening wordt misbruikt om te beledigen en te kwetsen, is een open deur. Als journalist voor dagblad Trouw schreef ik jaren geleden al over de banale scheldkanonnades online. Op mijn redactie vond na de moord op Theo van Gogh discussie plaats over ongelimiteerde vrijheid van meningsuiting: is het oké om iemand uit te maken voor geitenneuker? Sommige collega’s vonden van wel. Het zwarte Piet-debat verzandt ondertussen de laatste jaren in het bedreigen en doodwensen van mensen die zich uitspreken tegen Piet. Teksten die overigens duizend keer heftiger zijn dan de racistische opmerkingen die recent zijn geuit naar aanleiding van een selfie van zwarte spelers van het Nederlands Elftal. Voor laatstgenoemde teksten kregen de verantwoordelijken boetes van justitie, over de bedreigingen door het pro-Pietenkamp hoor je nooit meer iemand. Er zijn grenzen aan de meningsuiting en die zijn in de praktijk nogal arbitrair. Maar buiten dat heeft Plateel een punt: zelfs al mag je alles roepen, waarom zou je? Wil je het fijn hebben met elkaar kun je beter in dialoog dan polariseren.

Eigenlijk is het simpel, stelt Platteel. We moeten afvragen in wat voor wereld we willen leven en daar naar handelen. ‘Willen we een wereld die heelt en waarin liefde centraal staat? Of een wereld die angst, woede en agressie in stand houdt?’

NIEUWSBRIEF
MEER INSPIRATIE